Terwijl ik nog aan het bijkomen was van de carnaval vond twee weken geleden in Montalcino het jaarlijkse evenement Benvenuto Brunello plaats. Een feestje rond de presentatie van de nieuwe lichting: 'Welkom Brunello'. Brunello di Montalcino mag op z'n vroegst het vijfde jaar na de oogst op de markt gebracht worden. Na jaren vatrijping waren ze er klaar voor: de Brunello uit 2007, de Riserva uit 2006 en de Rosso di Montalcino uit 2010. Alle drie topjaren, bekroond met een 5-sterrenwaardering. Dat is de maximumscore die het beoordelend comité jaarlijks kan uitdelen. Deze tripel is uitzonderlijk, de promotiemachine ronkte over een "15-sterrenevenement".
Wat had ik daar graag rond willen lopen, als toegewijd lid van de Brunello-fanclub. Ik ben ooit, jaren terug, op een brakke mountainbike met rammelende versnellingen tegen de heuvel van Montalcino opgefietst. Daar aangekomen dik geluncht (papardelle met wildsaus in mijn herinnering) met een glas Rosso di Montalcino. Meer durfde ik niet te drinken uit angst dat de wijn in de benen zou zakken. Ik moest namelijk nog dik 20 kilometer terug fietsen naar de camping. Dat ene glas wijn en die lunch waren de fietstocht - inclusief smerige kuitenbijters, veel vals plat en muren van klimmen - dubbel en dwars waard.