Uit hebberigheid ging ik voor het eerst in lange tijd weer eens naar de Sligro voor wijn. Ja, daar hebben ze mooie wijnen. Maar dat zeggen ze over de Lidl en de Aldi ook. Voor de sfeer kwam ik niet, wel voor de "twaalf halen, negen betalen"-actie.
Wat me voor de Sligro inneemt is dat ze de mogelijkheid bieden om te proeven. Ze lopen er niet mee te koop, ik moest even zoeken naar een medewerker die net een pallet Baileys stond uit te laden. Waar hij eerst nog wat stug leek - "ik kan u natuurlijk niet zo maar alles laten proeven" - kreeg hij er al na het eerste glas schik in. De Greco di Tufo vond ik maar così così. Dat incasseerde hij gelaten. Waar of ik dan wel van hield? "De Pinot Grigio uit Südtirol? Dan ga ik u nu iets blind laten proeven.", glunderde hij terwijl hij onder de toog van de kleine proefopstelling begon te rommelen. Ik speelde de rol van onbenullige klant met verve, door iets te snel "Chardonnay!" te roepen toen ik de eerste slok genomen had. Het bleek een zeer verdienstelijke Grauburgunder uit de Duitse Pfalz te wezen.
Zuigend als Rutger Castricum |
In de karakterisering van een Primitivo uit Puglia revancheerde ik me weer. "Ik had het niet mooier kunnen omschrijven", vond mijn nieuwe wijnvriend, "U kunt hier zo komen werken." Vervolgens schonk hij een hoekige Aglianico uit Campanië - plakkend en zuigend als Rutger Castricum. Het was tijd om verder te gaan, de nuchtere maag begon op te spelen. Vijf geproefde glazen verder vertrok ik met vier dozen wijn die ik nog niet geproefd had. De schenkende medewerker stapelde mee en we keuvelden nog wat over Zuiditaliaanse zon, zee en restsuikers. Totdat hij weer ruw met beide benen op de Sligrovloer werd gezet door de vraag van een volgende klant. "Ik zoek een chardonnay. Wel een beetje doorsnee graag."