Zoals bekend heb ik een zwak voor de kleine wijnmaker. Ik leef mee met de underdog die het tegen de grote jongens opneemt, de sympathieke scharrelaar die - zo stel ik mij voor - zelf tot zijn schouders in de druivendrap staat te trappelen. Neem nou László Szilágyi van Gizella Pince. Hij droomde als schooljongen al van een eigen wijngaard in Tokaj en begon niet gehinderd door specialistische kennis zijn droom uit te voeren. Schattig detail: Gizella is de naam van zijn oma.
Nou, die oma kan trots zijn want László maakt een verdomd goede Furmint. De droge wijnen uit Tokaj zijn in opkomst en ik ben in rap tempo op weg fan te worden. Op het Boedapest Wijnfestival dronk ik de Furmint Medve Dülö uit 2011 waar slechts 2000 flessen van gebotteld zijn. Wat een mooie volle smaak en wat een lekker lange romige afdronk. Elegant ook, de 14,5 procent alcohol heb je niet in de smiezen. Gizella's Szent Tamás Hárslevelű 2011 moet ook heel goed zijn. Oen die ik ben, die had ik moeten proeven op het wijnfestival. Nu lees ik thuis dat er maar vijfhonderd flessen van zijn. Volgens mij heeft Hongaarse wijnkenner Kati deze wijn geproefd - overigens was zij het die mij op het spoor van dit wijnhuis zette waarvoor hulde! - dus ik hoop op een proefnotitie. Volgend jaar ga ik gewoon alle wijnen proeven van dit huis. En proosten op oma Gizella.