Vrienden die in het landelijk gebied ten westen van Boedapest wonen namen ons vorige week mee naar het dorp Etyek. Op maar een uurtje rijden van de hoofdstad heb je hier een rustieke ambiance. Amper 4000 inwoners maar wel een eigen wijnfestival. Etyek is ook een wijnstreek die vooral bekend staat om z'n droge, vaak aromatische witte wijnen. Daarom was ik aangenaam verrast door de uitstekende Etyeki Kúria Pinot Noir die we bij restaurant Rókusfalvy Fogadó dronken. Van hetzelfde huis dronk ik al eerder wit, een prima wijn. Etyeki Kúria is de eerste wijngaard die de Pinot Noir druif heeft aangeplant in de regio - en waarschijnlijk nog steeds de enige.
Zowel bij de eendenbout als de hertenstoof was deze Pinot een ideale match. Bramen en zoethout in de neus, zwarte kersen in de smaak, supersappig en retefruitig. Niet zwaar maar ook geen lichtgewicht: een elegante mediumbody. De naam op het etiket is wel degelijk gewichtig: Esterházy, eeuwenlang de voornaamste adellijke familie van Hongarije. Ooit machtig geworden door hun trouwe steun aan de Habsburgse heersers en vandaag de dag nog steeds actief op zowel Oostenrijks als Hongaars grondgebied. Nu komt de liefde van twee kanten: Oostenrijkse techniek gaat samen met Hongaars vakmanschap.
Onno Kleyn was vorig weekend in Volkskrant Magazine vol lof over de Pinot Noir uit 'belangrijkste nieuwkomer Nieuw-Zeeland' afgezet tegen 'die goeie ouwe Bourgogne'. Wat van heel ver komt, moet wel heel lekker zijn. Maar veel dichter bij Beaune ligt Boedapest!
Onno Kleyn was vorig weekend in Volkskrant Magazine vol lof over de Pinot Noir uit 'belangrijkste nieuwkomer Nieuw-Zeeland' afgezet tegen 'die goeie ouwe Bourgogne'. Wat van heel ver komt, moet wel heel lekker zijn. Maar veel dichter bij Beaune ligt Boedapest!