11 mei 2012

Gevaarlijk lekkere wijn uit Puglia

Op tafel staat een wijn uit Puglia. Dat is het diepe zuiden van Italië, in de hak van de laars. Toen ik een jaar in Bologna woonde had ik een huisbaas die daar vandaan kwam. 'Een achterlijke boerenpummel uit Puglia', noemde mijn oude buurman hem consequent misprijzend, om daarna weer uiterst geïnteresseerd te informeren naar mijn studentenleven. Een vriendin van mijn huisgenoot kwam ook uit Puglia en die kon heel beeldend vertellen over de mooiste zandstranden daar die nog niet onder de voet gelopen waren door hordes toeristen. En bij de bakker op de hoek haalde ik bij voorkeur brood uit Puglia, pane pugliese, vanwege de krokante korst en licht zoute smaak. 

Wat verder voor Puglia pleit is de wijnproductie, die kwalitatief gezien de afgelopen decennia stevig in de lift zit. Het is al tijden een van de grootste wijn producerende regio's van Italië. De oude Grieken begonnen hier wijn te verbouwen, zo'n 800 voor Christus. Tijdens de bezetting van Italië door de Franse koninklijke troepen (we maken een sprong naar de 16e eeuw) en later door de troepen van Napoleon verdween er veel wijn naar Frankrijk. Die French connection bleef bestaan: in de 20e eeuw floreerde de bulkhandel door de grote Franse vraag naar volle, robuuste wijnen. De zondoorstoofde zuid-Italiaanse wijnen werden met flauwe Franse wijntjes vermengd om deze meer peper (dat wil zeggen body, dankzij suiker en alcohol) in hun bleke reet te geven. Volgens een wijnexpert in mijn boekenkast heeft zelfs 'de wat dun uitgevallen Bordeaux-wijn aan het Italiaanse infuus een behoorlijke kwaliteit bereikt'. Dat schijnt nog steeds te gebeuren, terwijl je in Franse supermarkten en drankzaken nauwelijks Italiaanse wijnen kunt krijgen!
 
Terug naar de wijn in mijn glas. Masseria Trajone Copertino, een DOC-wijn uit het stadje Copertino in de buurt van Lecce - dat bekend staat als het Florence van de Barok. Dit is een gevaarlijk lekkere rode wijn, met een verleidelijk zwoele smaak van rijpe zwarte kersen en bramen. Snufje specerijen, tikkeltje vanille en een volle soepele afdronk. Dit is zo'n wijn waarbij je als je niet uitkijkt ineens vier glazen verder bent. Om er bij het laatste bodempje achter te komen dat je maar één fles had liggen. De Copertino bevat een klassiek kwartet aan druivensoorten, met de voor zuid-Italië karakteristieke Negroamaro op de eerste viool (aangevuld met Malvasia, Montepulciano en Sangiovese). Dit moois wordt op de markt gebracht door wijnhuis Femar Vini, dat ook het label Epicuro in huis heeft (hun Nero d'Avola is geweldig). De lente mag op zich laten wachten, met deze wijn heb je elk moment het zonnige zuiden in huis.