Helaas geen familie... |
Als liefhebber van aromatisch wit kan je me altijd een fles uit de Elzas voor zetten. Aardig om nu weer eens een Pinot Gris te drinken. Toch een beetje een onderschatte wijn. De Gewurztraminer eist als primadonna van de Elzas de meeste aandacht op. Dan heb je nog de alomtegenwoordige Pinot Blanc: vaak een beetje suf en vlak maar desondanks (of juist daarom) nog altijd ongekend populair in de horeca. Nee, dan de Pinot Gris. Zeker geen grijze muis maar een wijn met historisch besef. Heel lang ging 'ie door voor het chique neefje van de Hongaarse Tokaj, die al in de twaalfde eeuw internationale bekendheid genoot. Een beetje wishful thinking waarschijnlijk. Niet gek gezien de zegetocht van Tokaj in Europa langs tsaren, vorstenhuizen en andere beau monde-figuren.
Waarschijnlijker is een afkomst dichter bij huis: de Bourgogne. Ook niet mis qua cachet bovendien. De verwarring over de stamboom zie je ook terug in de vele namen die de Pinot Gris versleet. Grauer Tokayer werd achtereenvolgens Tokay Gris, Tokay d‘Alsace, Tokay Pinot Gris en uiteindelijk, sinds 2007, Pinot Gris.
Wij drinken de Pinot Gris van Cave Ingersheim uit 2011, ooit op de kop getikt na een wijnproeverij in wijnrestaurant Artisan. In de neus zoet fruit, abrikozen en iets rokerigs. De smaak is vol en delicaat, waarbij het zoet van gele meloen in de afdronk mooi in evenwicht komt dankzij een fris tegengeluid. Een dijk van een aperitief dat je laat talmen om aan tafel te gaan. Maar daar doet 'ie het ook goed bij kip in roomsaus of iets Oosters. Mensen, vaker drinken die Pinot Gris!