20 september 2011

Toosten met een goed glas wijn

Er zijn momenten in het leven dat je vertwijfeld kunt raken over schijnbaar triviale zaken. Ik heb dat soms met spelling. Is het: ‘een toost op iemand uitbrengen’ of ‘een toast op iemand uitbrengen’? Ik wilde een gevatte tekst op die verjaardagskaart zetten en daar had ik die toost voor bedacht, of is het toch toast??

Ik zal de spanning niet langer ophouden. De Taaladviesdienst van het Genootschap Onze Taal biedt uitkomst. Juist is: ‘een toost op iemand uitbrengen’ of ‘op iemand toosten’. Hoe zit het? Toost betekent heildronk of feestdronk. Toast daarentegen is geroosterd brood of een crackertje. Wanneer we een toost uitbrengen, kunnen we daar dus best een toastje brie bij eten, volgens de taalexperts.

Toost en toast zijn talige verwanten. Toost is de vernederlandste spelling van het Engelse woord toast, dat weer via het Frans is ontleend aan het Latijnse tostum (‘geroosterd’). De betekenis ‘heildronk’ is hiervan afgeleid. Van oudsher bestond namelijk de gewoonte om toast in allerlei dranken te soppen, bijvoorbeeld in wijn. Zo kon toast ook ‘alcoholische drank met gekruid geroosterd brood erin’ gaan aanduiden en nog later ‘heildronk’.

Doorsnuffelend stuit ik op een ander fijn advies - of eigenlijk meer een eye-opener - van de vrienden van de Taaladviesdienst. Ik maak kennis met de hypallage. Dit is een stijlfiguur. Hypallage komt uit het Grieks en betekent letterlijk ‘verwisseling’. Een mooi voorbeeld is: een goed glas wijn (niet het glas is goed maar de wijn). Verrijkt met deze nieuwe kennis breng ik direct een heildronk uit: proost!