9 september 2016

Olaszrizling in Boedapest

Net als in Nederland zit er nog een mooie nazomer in de lucht in Boedapest. De warmte trekt als een warme deken over de stad, op mijn mountainbike probeer ik zoveel mogelijk in de koelte van de schaduw te rijden. En drinken hè, veel drinken. Een ideale metgezel bij hitte is voor mij de witte wijn van de druif Olaszrizling. Volgens Wiki een 'in Hongarije veel aangeplant druivenras, waarvan lichtgelige licht aromatische wijnen gemaakt worden'. Niet helemaal een Hungaricum, want in Oostenrijk (Welschriesling), Tsjechië (Ryzlink vlašský) en in Italië (Riesling italico) kennen ze hem ook. Overigens is de Italiaans klinkende druif anders dan de naam doet vermoeden niet verwant aan de Riesling.

Tot nu toe stelt de Olaszrizling mijn vertrouwen niet op de proef. Elke fles heeft z'n eigen finesses; soms zijn er wat meer mineralen in de smaak en soms is het boeket wat uitbundiger. De absolute top voor mij was deze week de Szent Donát Meszes 2013. Die heeft ook fans buiten Hongarije, waaronder de sommelier van de Belgische driesterrenzaak Hof van Cleve die hem op de wijnkaart zette. Een en al elegantie met een subtiel evenwicht tussen body, frisheid en fruit. Aards, romig en sappig. 

De biologische Olaszrizling van Gere Attila - vooral bekend om zijn rode krachtpatsers - uit Villány tapt uit een ander vaatje. Na een tropisch boeket is de smaak verrassend fris en licht. We noteren grapefruit en perzik. Minstens zo fris is de Gellavilla, geoogst van de heuvels ten noorden van het Balatonmeer. Ik proef groene appel en limoen met een bittere bite in de afdronk. Over bite gesproken: ik dronk deze wijn in Déryné, een Franse bistro waar de huisgemaakte baguette en confit de canard elkaar naar de kroon staken qua krokante korst.  

Alles aardig en wel, zo'n Franse formule, maar op de wijnkaart waren het toch maar mooi de Hongaarse wijnen die domineerden. Ik vroeg het voor de zekerheid nog even na bij de soepel schenkende ober. 'Luister', zei die op samenzweerderige toon, 'we hebben in Hongarije onze eigen Bordeaux'. En vanonder de bar kwam er vlot een fles Sauska op tafel - de rode huiswijn - met een klassieke Bordeauxblend van Merlot, Cabernet sauvignon en Cabernet franc. Verwachtingsvol schoof hij een proefglas mijn richting op. Walsen, ruiken, proeven en inkoppen: 'Zo, die is goed! Zet deze fles in een blinde proeverij en de Bordeaux-kenners gaan zich lelijk vergissen.' Ik had een extra glas verdiend. 




29 maart 2016

Kleinschalig en kleurrijk: Fiano & Negroamaro

Op dagen dat mijn werk meer als corvee voelt dan als carrière, mag ik graag mijmeren over het concept van een eigen wijnbar. Met Da Guido in sierlijke krulletters op de ramen en van die olijke bolle wijntonnen voor de deur. Een beetje bakvissenromantiek natuurlijk. Bovendien niet echt een nieuw idee: je struikelt tegenwoordig over de wijnbarren in Nederland. Maar wat ik wel anders zou doen is de wijnkaart. Radicaal op de bres voor kleinschalige en kleurrijke druiven. Dus geen holadijee-Chardonnay en suffe Sauvignon blanc's, maar Riesling, Müller-Thurgau en Furmint op de kaart. En Fiano! Ik schreef er al eens over. Frivool wit uit Zuid-Italië. Ik dronk 'em voor het eerst in de streek van het bedwelmend rood: Puglia. De rode wijnen van Puglia krijgen goddank steeds meer voet aan de koude grond in Nederland. Terecht: heel veel zon en ronde body voor relatief weinig geld. Lekker bij de cucina rustica van lamsgebraad en schapenkaas. Maar de ellenlange kustlijn van Puglia zie je ook aan de dis terug: veel vis. Waarbij ze dan bij voorkeur een lichte witte wijn schenken.

Bij de Perfectewijn Winkel - een nogal aanmatigende naam maar ze hebben wel een verdomd goed online assortiment dat ze in Oisterwijk fysiek uitventen - vond ik de Doppio Passo Fiano. Met zijn wulps mediterraan boeket van citroenbloesem, honing en bergamot is de toon meteen gezet. Ook in de smaak zijn fris en zoet mooi in balans: ik proef peer en limoen, met in de afdronk de smaak van geroosterde amandelen

Ook uit Puglia en ook bij Perfectewijn vond ik de (rode) Negroamaro "I Muri". Een neus vol zonnige beloftes: zoete bramen en chocola. Toch heeft 'ie in de mond ook de frisheid van kersen, een kruidig en peperig randje. Verraderlijk lekker - rond maar met bite
Beide wijnen zouden zo de huiswijnen van mijn imaginaire wijnbar kunnen zijn! 

3 maart 2016

Taurasi: de Barolo van het zuiden

Na het weelderig wit van Franz Haas was het tijd voor opwarmend rood - de noordoostelijke poolwind tintelde nog na om onze oren. We sloegen de wijnkaart van Wijn bij Stijn erop na. De prima Primitivo - zwoel en zondoorstoofd - was een uiterst aangenaam tussendoortje, maar echt nieuwsgierig keek ik uit naar de Taurasi Vesevo. Een topwijn van de Aglianico-druif uit Campanië - het zuidwesten van Italië rond Napels. Die regio is niet bepaald beroemd om z'n wijnen. Terwijl de wijnbouw hier toch al millennia meegaat dankzij de Grieken en Romeinen. Er groeien zelfs nog afstammelingen van door de Grieken geïntroduceerde druivensoorten: onder andere de Aglianico en de - what's in a name - Greco. 

De Taurasi is de enige topwijn van Campanië. De benaming 'Barolo van het zuiden' is geen marketingtrucje. Aglianico is verwant aan de Nebbiolo, de druif die in Piëmonte vooral faam geniet dankzij de Barolowijnen. Daar moet je van houden overigens. Ikzelf ben geen fan van hun krachtige tannines en prominente zuren. De Aglianico groeit natuurlijk wel in een heel ander klimaat dan de Nebbiolo. Dik 700 kilometer zuidelijker zijn de winters een stuk milder en de zomers droger. En dan is er nog de nabijheid van de oude Vesuvius, waar het etiket naar verwijst. Opgegroeid in de vulkanische bodem krijgt 'ie vervolgens 16 maanden houtrijping. Zon, mineralen en eik: een ideale receptuur voor een krachtige body. De wijn is diepdonker rood en geurt je kruidig en vol rood fruit tegemoet. De smaak is van een verrassende frisheid, veel minder zwaar dan ik verwachtte. Drop, laurier en op de achtergrond een fijn bescheiden vleugje vanille. Weer een eigenzinnige wijn bij Stijn ontdekt. Echt een aanwinst voor Den Bosch, deze wijnbar!

27 februari 2016

Franz Haas' eigenzinnige blend

Nog voor ik de wijnkaart kon openslaan, vroeg Stijn van Wijn bij Stijn waar ik zin in had. 'Italië, Südtirol of Sicilië, wit', gaf ik als trefwoorden mee. Dat trof, want buiten de kaart om had hij nog een restje Franz Haas staan. Franz Haas? Ik geef toe dat die naam eerder associaties oproept met een vervoersbedrijf of een schnitzelcateraar.   

Onterecht dus. Het familiebedrijf Haas produceert al sinds 1880 wijnen in Südtirol (Alto Adige). De huidige Franz is een eigenzinnige figuur die naast lokale druiven als Lagrein en Schiava ook doodleuk met Riesling en Sauvignon Blanc aan komt zetten. Die twee druiven zitten in de blend die ik drink: de Manna uit 2013.  Verder zit er nog Chardonnay en Gewürztraminer in.

Dat klinkt als een raar ratjetoe aan verschillende stijlen. Alsof je een ballroomorkest in een feestschuur met een deathmetal band laat optreden. Wederom: verkeerde associatie! Het resultaat is een ongekend spannende en gelaagde wijn. Knap hoe je complex en harmonieus zo onder één kurk kunt verenigen. Na een dijk van een boeket met vlierbloesem en abrikoos is de smaak verrassend droog en zuiver. Mineralig en een tikkeltje kruidig ook. Een hele fraaie binnenkomer bij Stijn. En daar bleef het niet bij. Ik gooi er even een cliffhanger in: de Barolo van het zuiden - binnenkort op dit blog!