9 mei 2014

Op de Giro


Vandaag start de Giro d'Italia. In Belfast, of all places. Twaalf jaar geleden dachten wij in Groningen nog dat we de noordelijkste start ooit zouden zijn en blijven. Wie weet starten ze volgend jaar in Reykjavik!

Bij het bekijken van de routekaart bleef mijn oog hangen bij de twaalfde etappe van Barbaresco naar Barolo. Een rit die leest als het etiket van een wijnfles. Van twee flessen eigenlijk. Het is niet de koninginnerit van de koers maar wel een koningsnummer op wijngebied. De etappe voert dwars door de vermaarde wijngaarden van Piëmont. 

Waar de koers de gevallen, inmiddels overleden held Marco Pantani eert, is deze rit een ode aan de Nebbiolodruif. Dat is beslist geen allemansvriend. Zijn uitgesproken tannines hebben wat jaren nodig om liefdevol gladgestreken te worden. Een jonge Barolo drinken is dan ook een zeldzaam onplezierige ervaring. Maar met even geduld heb je ook wat. Een Barbaresco op leeftijd is aromatisch (laurier!), vol en rijk. Een rijpe Barolo is een enorm intense wijn met complexiteit, kracht en lengte.

De renners zal het allemaal worst wezen. Die gaan vooral stevig afzien in de 42 km lange tijdrit over pittig heuvelende wegen. Mochten ze mij ooit vragen om nog zo'n wijnetappe te bedenken, dan zou ik voor de 'supertoscanen'-route gaan. Dwars door de Chianti-streek en dan langs Montepulciano, Scansano en San Gimigniano. Onderweg wordt in Bolgheri ter hoogte van het wijngoed Tenuta San Guido om de speciale premio San Guido voor klassementspunten gestreden. De finish is uiteraard in Montalcino, met een magnumfles Brunello voor de winnaar.