30 december 2015

Budget Bolgheri

Ik mag graag de loftrompet steken over al die eigenaardige en karakteristieke druivensoorten waar Italië in grossiert. Van de zuidelijke Bombino en Fiano tot de noordelijke Cortese en Lagrein: ik ben er dol op. Gekke Italianen met hun eigenwijze wijnen; je moet er toch niet aan denken om alleen maar Chardonnay (of erger: Sauvignon Blanc!) en Merlot te drinken uit alle windstreken?

Maar ook in Italië doen ze - op hun eigen tegendraadse manier - doodleuk aan "Bordeaux-blending". Het beste voorbeeld hiervan is Bolgheri, het terroir waar de kopman van alle 'Supertoscanen' rijpt. Met dank aan een francofiele markies die in de jaren veertig de Cabernet Sauvignon - toen vrijwel onbekend in Italië - op zijn landgoed plantte. Dat landgoed was Tenuta San Guido, een domein dat inmiddels al decennia lang consequent topwijnen aflevert. Hun Sassicaia scoort ieder jaar weer de allerhoogste waardering in de Gambero Rosso wijngids. Een rib uit je lijf wel; voor de jonge jaargang van 2011 betaal je 220 euro.

Ik dronk in de categorie "budget-Bolgheri" de Mediterra 2011. Een blend van Syrah, Cabernet Sauvignon en Merlot. Geurig en peperig, een aangename maar atypische wijn vond ik het. Zwart fruit en bosaardbeien - soit, daar hebben we er meer van. Maar ik proefde ook nootmuskaat, wat rokerigs en paprika. Ik meende zelfs de Cabernet Franc te herkennen vanwege z'n vegetale neus, maar die zit er dus niet in! Absoluut spannend deze wijn, ook zonder lokale druif bijzonder de moeite waard.



8 november 2015

Proeven bij de Sligro


Uit hebberigheid ging ik voor het eerst in lange tijd weer eens naar de Sligro voor wijn. Ja, daar hebben ze mooie wijnen. Maar dat zeggen ze over de Lidl en de Aldi ook. Voor de sfeer kwam ik niet, wel voor de "twaalf halen, negen betalen"-actie.

Wat me voor de Sligro inneemt is dat ze de mogelijkheid bieden om te proeven. Ze lopen er niet mee te koop, ik moest even zoeken naar een medewerker die net een pallet Baileys stond uit te laden. Waar hij eerst nog wat stug leek - "ik kan u natuurlijk niet zo maar alles laten proeven" - kreeg hij er al na het eerste glas schik in. De Greco di Tufo vond ik maar così così. Dat incasseerde hij gelaten. Waar of ik dan wel van hield? "De Pinot Grigio uit Südtirol? Dan ga ik u nu iets blind laten proeven.", glunderde hij terwijl hij onder de toog van de kleine proefopstelling begon te rommelen. Ik speelde de rol van onbenullige klant met verve, door iets te snel "Chardonnay!" te roepen toen ik de eerste slok genomen had. Het bleek een zeer verdienstelijke Grauburgunder uit de Duitse Pfalz te wezen. 

Zuigend als Rutger Castricum
In de karakterisering van een Primitivo uit Puglia revancheerde ik me weer. "Ik had het niet mooier kunnen omschrijven", vond mijn nieuwe wijnvriend, "U kunt hier zo komen werken." Vervolgens schonk hij een hoekige Aglianico uit Campanië - plakkend en zuigend als Rutger Castricum. Het was tijd om verder te gaan, de nuchtere maag begon op te spelen. Vijf geproefde glazen verder vertrok ik met vier dozen wijn die ik nog niet geproefd had. De schenkende medewerker stapelde mee en we keuvelden nog wat over Zuiditaliaanse zon, zee en restsuikers.  Totdat hij weer ruw met beide benen op de Sligrovloer werd gezet door de vraag van een volgende klant. "Ik zoek een chardonnay. Wel een beetje doorsnee graag."

10 september 2015

Schurend versus zalvend rood fruit

Tussen het Hongaarse parlementsgebouw en Margiteiland - twee toeristentrekpleisters van formaat - zit wijnbar DropShop verstopt. Je loopt er zo voorbij, net zoals de karakteristieke tram 2 er voortdurend voorbij rijdt. Als we ons diep in de donkere loungebanken geinstalleerd hebben wil de eigenaar het dan ook even peilen: hoe hebben we zijn bar gevonden? Alle eer naar Kati, zij tipte mij jaren geleden. Sindsdien blijf ik er graag komen. Er is ruime wijnkeus per glas, van exclusief prijzig tot bijzonder schappelijk. Altijd met gedegen persoonlijk advies.

In de vroege middag bliefden we lichtvoetig rood. Pinot Noir had ik in mijn hoofd en daar kwam ik ook mee terug. Voor haar. Maar voor mij iets nieuws: een Kékfrankos van Wassmann. Een vertrouwd boeket nog, een boel rood fruit. Maar dan de smaak: knarsend en schurend, fris van bessen en zure kersen. Tuurlijk, rond is lekker, maar dit op een Rivella-manier ook - namelijk anders. Denk aan Sangiovese, Cabernet Franc, Carignan: allemaal dwarse druiven met karakter.

Nog nakauwend op de Wassmann heb ik wel een paar slokjes Pinot Noir van haar geproefd. Een Etyeki Kúria, zalvend rood fruit met een fluwelen afdronk.
Mijn conclusie: spring uit je comfort zone met Wassmanns Kékfrankos, voor knappe comfort wine kies je de Pinot Noir van Etyeki Kúria.


8 juli 2015

In Slovenië

Meer van Bled
Het was een even achteloze als pragmatische keuze geweest. Om de reistijd van vakantieplek één (Südtirol) naar stek twee (Balatonmeer) een beetje te breken. En zo verbleven we een weekend in Slovenië aan het meer van Bled. Dat bleek zomaar een mega-toeristenknaller te zijn. Het Giethoorn van Slovenië, met de onvermijdelijke Chinezen ook. De Sloveense dichter France Preŝeren, wie kent hem niet, wist ’geen mooiere plek dan dit tweede Eden, vol charme en gratie'. Ik neem aan dat hij hier specifiek doelde op het meer. Bled zelf is 'a thoroughly unspectacular place' zoals de Rough Guide Slovenia het in één bijtende bijzin formuleert. 

Met een hongerige maag besloten we de toeristenformules van het centrum te omzeilen. Door de groene heuvels van Bleds landelijke achterland wandelden we zo de rustieke tuin met gedekte tafels van Penzion Berc in. Dankzij wifi en vertrouwend op lovende internetrecensies wisten we dat we hier moesten wezen voor allerlei huisgemaakte culinaire hoogstandjes. 




De ober loodste ons met een innemende combinatie van trots en vakkennis door de - uitsluitend Sloveense - wijnkaart. Het wijnhuis Jakončič verdient hier een eervolle vermelding. Van hen dronken we eerst een mousserende wijn en daarna de stille Rebula. 'Don't compare us to Italian wines', had de ober me op het hart gedrukt. Toch is de gelijkenis met de Italiaanse Ribolla-druif (of Ribolla Gialla) een inkoppertje. Het wijngebied van Jakončič ligt vlakbij de Italiaanse streek Friuli; Udine is een stuk dichterbij dan Ljubljana.

Net als zijn Italiaanse buur biedt de Rebula een veelzijdig palet: bloemen in de neus, fris in de mond, tikkie mineraal en een zacht bittertje in de afdronk. Eigenzinnig, levendig en vooral verdomd lekker. In Nederland nergens te krijgen, dus je moet er echt voor naar Slovenië. Doen. Eten in de tuin van Berc, meeneuriën met de sympathieke huispianist ook als 'ie weer Elton John inzet en vooral: volledig afgaan op de suggesties van de ober. Tenslotte de huisgemaakte Jägermeister afslaan. Want dan komt 'ie terug met een glaasje rood 'that I know you will really like'. I did. 



21 juni 2015

Lagrein - wijn voor bij de polka


In een landschap vol bergtoppen en houten chalets zitten we niet aan de kaasfondue met een pot bier voor de neus. De Tiroler cultuur is nooit ver weg - een accordeon zet een polka in en de serveersters dragen Dirndl-jurken - maar Südtirol is toch echt Italiaans. Vanzelfsprekend heeft ook dit hoge noorden zijn eigen wijnen. Veel wit met karakter - ik als liefhebber van aromatisch wit zit hier goed - maar ook elegante rode wijnen. Veelal licht, zoals Pinot Noir of de lokale Schiava (Vernatsch) waar ik al eerder over schreef. Neem Lagrein, ook zo'n fijne rode wijn. Niet licht en niet zwaar. Allerlei rood fruit in de mond, lekker bij pasta en pizza. Zie je veel te weinig in Nederland, die Lagrein. Terwijl het toch zo'n levendige gangmaker is. Wijn voor bij de polka. Inhaken maar!