Voor een verjaardagsetentje schoven we aan de ronde tafel (met draaiplateau!) van Chinees restaurant Paradijs in Utrecht. Geen aquarium te bekennen, wel veel grote aquarellen met Chinese kalligrafie op rijstpapier aan de muren. Een beetje Chinees heeft tegenwoordig een wijnkaart en als je geluk hebt staat daar een Gewürztraminer in. We hadden geluk. Deze wijn past bij de Aziatische keuken als geen ander. Boordevol tropisch fruit in de neus en lychee in de smaak. Het eten was van hetzelfde niveau: goed, gevarieerd en verfijnd. En vlakbij het centraal station, dus als er weer eens gedonder is op het spoor en je strandt in Utrecht met honger: op naar Paradijs!
27 februari 2012
24 februari 2012
IJskoude prosecco in Oss
Dankzij
de vrienden van de Nederlandse Spoorwegen raakten we gisterenavond verzeild in
Oss. Een kwestie van een trein die niet verder reed. Met een hongerige maag
gingen we op goed geluk pizzeria Da Antonio binnen. De setting voldeed helemaal
aan de verwachtingen. Gezeten onder een woud van mandflessen aan het plafond
keken we uit op fraaie Italiaanse landschapjes aan de muur en luisterden we
naar een zacht brommende Paolo Conte. Antonio kent zijn
klassiekers. Maar hij is niet te beroerd voor een fusion-knipoog naar zijn Chinese confrères: er stond een
indrukwekkend aquarium middenin de zaak voor de bar.
‘Of we al wat wilden
drinken?’ – Nou en of! Een glaasje prosecco per
favore. Even later hadden we twee bellen van wijnglazen met ijskoude prosecco
erin. Ik vrees dat ze de fles naast de Jägermeister bewaren. Jammer want aan
koude wijn valt weinig te proeven. Het is een cynische wet voor slechte
wijnschenkers: inferieure wijn zo koud mogelijk serveren, je proeft er niets
van. De pizza’s kwamen door en waren aan de zoute kant. Het wordt een beetje
een zuur verhaal nu. Gelukkig maakten de muziek van Conte en de kleurige visjes
veel goed.
22 februari 2012
Bier als vers gezette groene thee
De polonaises zijn gestaakt en de confettidampen opgetrokken: Prins Carnaval is weer vertrokken. De brouwerijen tellen hun zegeningen. Hoeveel liter bier zou er in Zuid-Nederland gedronken zijn de afgelopen dagen? Ik denk dat de aspirine-industrie ook goede zaken doet. Om de overgang van sloten bier naar een beschaafd glas wijn geleidelijk in te zetten, viste ik wat flesjes iKi-bier uit het schap van de slijter. iKi is geen gewoon bier. Er zit een intrigerend verhaal achter dat handig in de markt is gezet. Het is Japans bier, ontwikkeld door een Nederlander, gebrouwen in België - en kantoor houdend te Den Bosch overigens. De Japanse twist zit 'em in twee biervreemde toevoegingen: groene thee en de Japanse citrusvrucht Yuzu. Verder is het bovengistend bier dat doorrijpt na het bottelen. Het bier leeft in de fles zogezegd, vergelijkbaar met wijn.
Het wordt ook nog eens als gezond bier gepromoot. Dat is geen Japanse humor, maar gebaseerd op het gehalte anti-oxidanten dat 'vergelijkbaar is met één kop vers gezette groene thee'. Hatsjikidee. Ik heb iKi ooit ontdekt bij een Aziatisch restaurant en ben sindsdien een bescheiden liefhebber. Het is lekker fris en doet het goed bij zoetzure gerechten uit exotische keukens. Of als aperitief. Of na Carnaval.
18 februari 2012
17 februari 2012
Kijkend naar Klootwijk
Een van mijn favoriete personages op tv is Wouter Klootwijk.
Hij heeft zo’n ontzettend authentieke ongepolijste kop, alsof ‘ie net voor de
opname 20 km
heeft hardgelopen op de Afsluitdijk bij windkracht 9. Een markante verschijning in het gladde
medialandschap van de Jorts, de Matthijssen en de Arie B.’s. Klootwijks nieuwe
serie heet De Wilde Keuken. Er wordt
niet in gekookt, wel volop geëxperimenteerd. Hij neemt allerlei keukenproducten
onder de loep. Niet een geavanceerde keuken, maar een rommelige werkplaats is
zijn uitvalsbasis. De uitzending van woensdag ging over bouillonblokken: wat
zit daar nou precies in was de vraag.
Vaste prik in elke aflevering is de ontmoeting met Nick Trachet, geïntroduceerd als ‘de beste culinaire publicist van de lage landen die kantoor houdt in een café in Brussel’. In het volgende shot zien we beide heren zitten aan de toog van een bruin café, toostend met een kloeke kelk. Aan het glas en het karakteristieke kegelvormige flesje herkent de goede verstaander Orval: het trappistenbier van de Belgische abdij Notre-Dame d'Orval. ‘Een koe bestaat uit vier kwartieren. Wat doe je met het vijfde kwartier?’ stelt Trachet met een serieus gezicht. ‘Een bouillonblokje is instant-koe’, vervolgt Klootwijk, schuddend op zijn barkruk van het lachen.
Hieronder een item uit 2011 van De Wilde Keuken Kort over wijn. Klootwijk verwondert zich in twee minuten over het feit dat wijn in flessen zit waarvan het glas net zoveel weegt als de wijn.
15 februari 2012
Met Charlie Parker & Erroll Garner
Welke wijn bij welk eten dat weten we nou wel. Welke wijn bij de muziek: laten we het daar eens over hebben. Rock en bier geeft plezier. Maar bij jazz wil ik wijn. Luister naar deze opname: het Charlie Parker Quartet met Erroll Garner op piano uit 1947.
Charlie 'Bird' Parker, jazz-icoon en bebop-koning, speelt hier samen met de begenadigde swing-pianist en componist Erroll Garner (van zijn hand is de jazz-standard Misty). Garner was trouwens een complete autodidact die nooit les had en geen noot kon lezen. Het moet een opwindende tijd geweest zijn, met muzikanten en publiek die gezamenlijk uit hun plaat gingen in rokerige jazzclubs. Het in 1949 opgerichte Birdland in New York bijvoorbeeld, naar Parker vernoemd. Iemand had bedacht dat het leuk was de club te versieren met levende vogeltjes in kooitjes, maar die legden door de rokerige sfeer al snel het loodje.
Afijn, terug naar de wijn. Wat we nodig hebben is een springerige wijn, lichtvoetig en sprankelend. Voor wit kom je dan bijvoorbeeld uit bij de Delicious van Puklavec and friends. Of als je in een jazzclub in Boedapest zit een Cserszegi Fűszeres of een Irsai Olivér. Rood drink je een goede Lambrusco (geen supermarkt-versie!) of een Bardolino.
En als het glas nog niet leeg is dan draaien we uit dezelfde periode de stevig swingende trombonist Tommy Dorsey, hieronder met zijn orkest.
11 februari 2012
Aan tafel!
Nee, deze fraai gedekte tafel is niet de mijne. Dit mooie plaatje verscheen gisteren in mijn Facebook, vergezeld van een stichtelijke boodschap van de kloosterbroeders van Pannonhalmi Apátsági. Vrij vertaald was de Hongaarse boodschap: 'geniet van een wijnrijk weekend'. Dat lukt tot nu toe heel aardig, köszönöm szépen. Gisteren ging de Corbières geweldig samen met de lamsrollade (van de natuurslager!), rosé gebraden en sappig om je vingers bij af te likken. Er zit nog wat in de fles, dat gaan we zo schenken bij de zalm. Vis en rood? Prima combi, zeker met zalm en tonijn. Dus nu rap de keuken in en dan, om met Matthijs van Nieuwkerk te spreken: aan tafel!
9 februari 2012
Opwarmwijn
Buiten is het koud maar niet koud genoeg voor een Elfstedentocht. Binnen warmen wij ons aan de kachel en aan het idee van een gloedvolle rode wijn. Dan zijn we bij het Château Prieure Guillaume aan het goede adres. Een a-b-c'tje: Appellation Bordeaux Contrôlée. Zwart fruit en vanille in de neus, een zweem van zoethout en kruidkoek in de afdronk. Een echte opwarmwijn: wijn om warm van te worden.
6 februari 2012
Geverfde zebra's en vliegende varkens
De strijd om de gunst van de supermarktwijndrinker is meedogenloos. De concurrentie in het schap onder de 5 euro is groot en de behoudende klant blijft doodleuk trouw aan die scheve nekflessen van J.P. Chenet. Dat laten ze bij het Spaanse wijnhuis La Granja niet op zich zitten. De afdeling marketing heeft zich uitgeleefd. Ik viste deze rood geverfde zebra er bij de Jumbo zo tussenuit. Ze hebben ook nog twee andere wijnen: één met een vliegend varken op het etiket, de ander toont een kip met een glimmend gouden ei.
De buitenkant mag er wezen dus, maar de inhoud telt. Het duo van garnacha en tempranillo stelt wat dat betreft niet teleur. Om in supermarkt-termen te spreken: geen fratsen. Een sappige doordrinker, bramen en een vermoeden van kruidnagel. Ik dronk 'em bij de boerenkool, deze boerderijwijn (granja betekent boerderij).
4 februari 2012
1 februari 2012
Pinot Blanc met pinda’s en bitterballen
Ik was bij een netwerkbijeenkomst die naar goed gebruik eindigde met een borrel. Langs bakjes pinda’s en schalen bitterballen beende ik naar het drankensegment. Daar stonden sierlijke lange flessen Pinot Blanc te wachten (naast willekeurig Frans rood dat minder indruk maakte). Jammer van de minieme glaasjes die eigenlijk bedoeld zijn voor port; je voelt je zo’n drinkebroer om na vier slokken weer bij de fles te staan. 'Is de wijn lekker?', vroeg iemand die een gezond wantrouwen koestert tegen aangeboden wijn op borrels. 'Pinot Blanc, daar kun je weinig aan verpesten', was mijn optimistisch bedoelde reactie. 'Lekker hoor', vervolgde ik omdat de potentiële drinker nog niet overtuigd was. Eigenlijk is alle wijn uit de Elzas lekker. De Pinot Blanc is de minst uitgesproken van het stel, een aangename allemansvriend die het altijd goed doet. Hij mist de finesse van de Riesling en de weelde van een Pinot Gris of Gewürztraminer. Maar hij deed het beslist heel goed bij de pinda's en de bitterballen.
Abonneren op:
Posts (Atom)