De jonge Tibor Gál nam het stokje over van zijn vader, de oude Tibor Gál. Dat was een grote wijnmeneer in Hongarije omdat hij na een wat suffe start in Egers staatswijnbedrijf Champions League ging spelen bij de Toscaanse wereldspeler Ornellaia, waar hij het tot hoofdwijnmaker schopte. Gál keerde in 1992 terug naar Hongarije en begon zijn eigen wijnmakerij. Vrij ongebruikelijk in die tijd ging hij in Hongarije werken met Pinot Noir.
Die van vandaag heeft een oude ziel en een jeugdige kern tegelijk: de ene helft van de druiven had vatrijping, de andere helft is gerijpt in stalen tanks. Gál zoekt de optimale balans tussen fruit en eik. En dat proef je! Frisse kersen en aardbei in de neus, maar ook chocola, paprika en kruiderij in de afdronk. Al het goede van de oude Gál met de jeugdige frisheid van de jonge Gál kortom.