![]() |
Meer van Bled |
Het was een even achteloze als pragmatische keuze geweest. Om de reistijd van vakantieplek één (Südtirol) naar stek twee (Balatonmeer) een beetje te breken. En zo verbleven we een weekend in Slovenië aan het meer van Bled. Dat bleek zomaar een mega-toeristenknaller te zijn. Het Giethoorn van Slovenië, met de onvermijdelijke Chinezen ook. De Sloveense dichter France Preŝeren, wie kent hem niet, wist ’geen mooiere plek dan dit tweede Eden, vol charme en gratie'. Ik neem aan dat hij hier specifiek doelde op het meer. Bled zelf is 'a thoroughly unspectacular place' zoals de Rough Guide Slovenia het in één bijtende bijzin formuleert.
Met een hongerige maag besloten we de toeristenformules van het centrum te omzeilen. Door de groene heuvels van Bleds landelijke achterland wandelden we zo de rustieke tuin met gedekte tafels van Penzion Berc in. Dankzij wifi en vertrouwend op lovende internetrecensies wisten we dat we hier moesten wezen voor allerlei huisgemaakte culinaire hoogstandjes.
De ober loodste ons met een innemende combinatie van trots en vakkennis door de - uitsluitend Sloveense - wijnkaart. Het wijnhuis Jakončič verdient hier een eervolle vermelding. Van hen dronken we eerst een mousserende wijn en daarna de stille Rebula. 'Don't compare us to Italian wines', had de ober me op het hart gedrukt. Toch is de gelijkenis met de Italiaanse Ribolla-druif (of Ribolla Gialla) een inkoppertje. Het wijngebied van Jakončič ligt vlakbij de Italiaanse streek Friuli; Udine is een stuk dichterbij dan Ljubljana.
