Tot nu toe stelt de Olaszrizling mijn vertrouwen niet op de proef. Elke fles heeft z'n eigen finesses; soms zijn er wat meer mineralen in de smaak en soms is het boeket wat uitbundiger. De absolute top voor mij was deze week de Szent Donát Meszes 2013. Die heeft ook fans buiten Hongarije, waaronder de sommelier van de Belgische driesterrenzaak Hof van Cleve die hem op de wijnkaart zette. Een en al elegantie met een subtiel evenwicht tussen body, frisheid en fruit. Aards, romig en sappig.
De biologische Olaszrizling van Gere Attila - vooral bekend om zijn rode krachtpatsers - uit Villány tapt uit een ander vaatje. Na een tropisch boeket is de smaak verrassend fris en licht. We noteren grapefruit en perzik. Minstens zo fris is de Gellavilla, geoogst van de heuvels ten noorden van het Balatonmeer. Ik proef groene appel en limoen met een bittere bite in de afdronk. Over bite gesproken: ik dronk deze wijn in Déryné, een Franse bistro waar de huisgemaakte baguette en confit de canard elkaar naar de kroon staken qua krokante korst.
Alles aardig en wel, zo'n Franse formule, maar op de wijnkaart waren het toch maar mooi de Hongaarse wijnen die domineerden. Ik vroeg het voor de zekerheid nog even na bij de soepel schenkende ober. 'Luister', zei die op samenzweerderige toon, 'we hebben in Hongarije onze eigen Bordeaux'. En vanonder de bar kwam er vlot een fles Sauska op tafel - de rode huiswijn - met een klassieke Bordeauxblend van Merlot, Cabernet sauvignon en Cabernet franc. Verwachtingsvol schoof hij een proefglas mijn richting op. Walsen, ruiken, proeven en inkoppen: 'Zo, die is goed! Zet deze fles in een blinde proeverij en de Bordeaux-kenners gaan zich lelijk vergissen.' Ik had een extra glas verdiend.
De biologische Olaszrizling van Gere Attila - vooral bekend om zijn rode krachtpatsers - uit Villány tapt uit een ander vaatje. Na een tropisch boeket is de smaak verrassend fris en licht. We noteren grapefruit en perzik. Minstens zo fris is de Gellavilla, geoogst van de heuvels ten noorden van het Balatonmeer. Ik proef groene appel en limoen met een bittere bite in de afdronk. Over bite gesproken: ik dronk deze wijn in Déryné, een Franse bistro waar de huisgemaakte baguette en confit de canard elkaar naar de kroon staken qua krokante korst.
Alles aardig en wel, zo'n Franse formule, maar op de wijnkaart waren het toch maar mooi de Hongaarse wijnen die domineerden. Ik vroeg het voor de zekerheid nog even na bij de soepel schenkende ober. 'Luister', zei die op samenzweerderige toon, 'we hebben in Hongarije onze eigen Bordeaux'. En vanonder de bar kwam er vlot een fles Sauska op tafel - de rode huiswijn - met een klassieke Bordeauxblend van Merlot, Cabernet sauvignon en Cabernet franc. Verwachtingsvol schoof hij een proefglas mijn richting op. Walsen, ruiken, proeven en inkoppen: 'Zo, die is goed! Zet deze fles in een blinde proeverij en de Bordeaux-kenners gaan zich lelijk vergissen.' Ik had een extra glas verdiend.