Naast wijn drinken kun je hier ook aardig wandelen |
Voor het tweede achtereenvolgende jaar vieren we vakantie in Süd-Tirol. Ik heb als Italofiele snob lang volgehouden dat we in de Alto Adige zaten, maar eigenlijk noemt iedereen het hier Süd-Tirol. Ik had bij Tirol (en dus ook bij de Italiaanse variant die eigenlijk bij Oostenrijk wil horen) altijd het beeld van houten chalets, rondborstige dames in dirndl-jurken en liters bier pompende mannen in lederhosen. Dat van die houten chalets klopt wel en dirndl-dames met hout voor de deur zie je hier ook wel, zij het voornamelijk in de bediening om het wachten op je bestelling te veraangenamen. Bier wordt zeker gedronken maar vaker staan ze aan de bar met een glas wijn in de hand. Geen wonder, ze maken in Süd-Tirol verdomd goede wijnen.
Het is drinken op niveau hier, vele meters boven zeeniveau. Tegen de steile bergwanden staan de wijnranken keurig in rijen opgesteld. Het zijn ideale omstandigheden met koele nachten en zonnige dagen. Aromatische witte wijnen gedijen hier uitstekend. Maar anders dan in de Elzas biedt Süd-Tirol ook nog een scala aan rode wijnen. Bingo voor de wijnliefhebber dus. Het is voor mij een feest van weerzien met oude bekenden. Van Muri-Gries dronk ik dezer dagen de fluwelen bramenbom Lagrein en van Cantina Tramin een delicate Pinot Grigio.
Nog iets nieuws onder de alpenzon? Jazeker, ik ontdekte zomaar een mij volstrekt onbekende druif. Schiava heet 'ie, of Vernatsch in het Duits. Het is de oudste inheemse druif van de streek. Het was een zeer aangename kennismaking uit de fles van een St. Magdalener Classico die ik soldaat maakte. Heel veel Schiava en een klein beetje Lagrein in de blend. Een mooie medium body die niet scoort met alcohol maar met de finesse van een Pinot Noir en een boterzachte afdronk. Alle bosaardbeitjes die we langs de alpenweiden aantroffen komen hier terug in de smaak. Als ik ooit een eigen wijngaard ga bestieren dan moet het hier zijn. Zonder Tirolerhose maar wel met zo'n leuk alpenhoedje op de kruin.