Gisteren was ik in Groningen voor mijn werk. Het was al weer wat jaren geleden dat ik er voor het laatst was; het blijft een roteind rijden. In Groningen is de wijnliefhebber in mij gevormd, als frequent bier drinkende student eind jaren negentig. De vonk sloeg over in de Wijngarage, een aangenaam slordig magazijnwinkeltje aan de Eendrachtskade waar de wijn
uit dozen gekozen kon worden. De zaak werd gerund door een romanticus en een
chemicus. De romanticus kon prachtig vertellen over elke nieuwe
ontdekking die hij ter plekke ontkurkte wanneer hij daar zin in had. De
chemicus was een lopende wijnencyclopedie die blind de Cabernet Franc
van Chรขteau X aan z'n terroir en vegetale neus herkende. Ook de
malolactische gisting kon hij je en detail uit de doeken doen. Na vijf
jaar was de zaak op de fles. De heren waren beter thuis in smaken dan in
zaken, zoveel is zeker.