Op de laatste avond in Rome pakken we uit. We dineren, deskundig getipt, in het strak gestileerde restaurant Ottimo. Onder de witte rook van het Vaticaan drinken we heel toepasselijk een aperitief van de 'priesters-wijngaard': de Frascati Superiore van Villa dei Preti. Het stadje Frascati ligt vlak onder Rome. Het gelijknamige wijngebied heeft een DOC-status, maar staat vooral bekend om zijn lichte toeristenwijnen die aangenaam doordrinken. Er zijn echter Frascati's die meer in hun mars hebben. Zoals deze Superiore, die geurt naar appels en witte bloemen.
Als gewillige schapen worden we na de eerste slok wijn direct naar de dagvers gevangen vis gedirigeerd, die als een stilleven fraai gepresenteerd op ijs ligt. "Zien we hoe kwiek die kreeft nog beweegt?" en "hebben we oog voor de glanzende huid van de zeebaars?" Buiten de kaart om bestellen we op aanstekelijk advies een antipasto van langoustines en gamba's met artisjok en rozemarijn. Heerlijk - en prijzig ook, zo blijkt na afloop.
De rest van het menu eten we financieel veilig van de kaart. We delen als primo de ravioli van pompoen, sinaasappel, salie en ricotta. Een spannend gerechtje met een bijzonder lekkere Morellino di Scansano van Fattoria Le Pupille (overigens te koop bij Henri Bloem zo ontdekte ik thuis!). Sensueel sappig, een volle smaak boordevol zwarte kersen en een zalvende afdronk. De Toscaan doet het helemaal fantastisch bij de secondo van gestoofde runderwang. Het vlees is zo boterzacht en mals dat het mes erdoorheen glijdt als door mascarpone. Over mascarpone gesproken, daar eindigen we mee in het dessert: tiramisù. Luchtig, romig, goed gemaakt. Daarbij drink ik een Barolo Chinato, weer zo'n gekke kinawijn waar ik eerder over schreef. Op de meesterlijk gevulde maag valt het ons zwaar om afscheid te nemen van deze stad.