Het is een hemelse stad Boedapest maar dit zijn welhaast helse omstandigheden. In de schaduw van de imposante basiliek zit ik op het terras van wijnbar Divino. De schaduw brengt weinig verkoeling, het lijkt alsof de straatstenen en de muren van de huizen de warmte driedubbel in je gezicht slingeren. Maar goed, dit is een kwestie van "nu we er toch zijn". Achter de barman (of eigenlijk de sommelier) een groot krijtbord met tientallen open wijnen. Op zijn advies, de hitte meegewogen, krijg ik een glas Furmint van Kardos Padihegy. Buiten krijgt de wijn geen kans om koel te blijven dus ik moet een beetje doordrinken. Geen probleem want dit is een heerlijke wijn. Fris, zuiver en met die typische Furmint-smaak die je buiten Hongarije niet vindt (ik citeer hier de barman).