Dankzij
de vrienden van de Nederlandse Spoorwegen raakten we gisterenavond verzeild in
Oss. Een kwestie van een trein die niet verder reed. Met een hongerige maag
gingen we op goed geluk pizzeria Da Antonio binnen. De setting voldeed helemaal
aan de verwachtingen. Gezeten onder een woud van mandflessen aan het plafond
keken we uit op fraaie Italiaanse landschapjes aan de muur en luisterden we
naar een zacht brommende Paolo Conte. Antonio kent zijn
klassiekers. Maar hij is niet te beroerd voor een fusion-knipoog naar zijn Chinese confrères: er stond een
indrukwekkend aquarium middenin de zaak voor de bar.
‘Of we al wat wilden
drinken?’ – Nou en of! Een glaasje prosecco per
favore. Even later hadden we twee bellen van wijnglazen met ijskoude prosecco
erin. Ik vrees dat ze de fles naast de Jägermeister bewaren. Jammer want aan
koude wijn valt weinig te proeven. Het is een cynische wet voor slechte
wijnschenkers: inferieure wijn zo koud mogelijk serveren, je proeft er niets
van. De pizza’s kwamen door en waren aan de zoute kant. Het wordt een beetje
een zuur verhaal nu. Gelukkig maakten de muziek van Conte en de kleurige visjes
veel goed.