5 december 2011

Naar Bologna


Een mooi vooruitzicht: over een paar dagen ben ik weer in Bologna. Ik woonde er een jaar voor mijn studie eind jaren negentig. Geweldige stad, zeker voor studenten, cultuurliefhebbers en fijnproevers. Eén van de bijnamen van Bologna is la Grassa, ofwel ‘de vette’. 
De Bolognese keuken is namelijk de rijkste en vetste van heel Italië. Boter, room, vlees en kaas zijn veel en graag gebruikte ingrediënten. Geen stad van liflafjes dus; uitgebreid en stevig tafelen  is hier het devies.

Als wijngebied is Emilia-Romagna (de regio waarvan Bologna de hoofdstad is) niet echt een zwaargewicht. De weersinvloeden leveren frisse, lichte wijnen op. Lambrusco is een van de bekendste populaire (rode) wijnen uit deze streek. Een wijn die in Nederland imagotechnisch totaal om zeep is geholpen als goedkope hoofdpijnwijn. Er wordt ook veel rotzooi gemaakt: jaarlijks vinden miljoenen liters hun weg naar supermarkten buiten Italië. Er zijn wel degelijk lekkere Lambrusco-wijnen. In Bologna dronk ik ooit een frisse, sappige naar viooltjes ruikende Lambrusco met een subtiele mousse.
Een andere bekende druif uit de regio is de Sangiovese. Die levert de Sangiovese di Romagna op; een wijn die goed in de zuren zit, als je pech hebt een beetje te goed. Maar in Bologna smaakt de wijn sowieso beter. Het zal de couleur locale wezen. Non vedo l'ora, zoals ze in Italië zeggen: ik kan niet wachten.